De herhalingsmethode wordt gekenmerkt door herhaalde, intensieve belasting. Er is een volledige of lonende pauze tussen de stressfasen. In het geval van volledige rust moeten alle belaste functionele systemen ongeveer terugkeren naar de uitgangspositie vóór de belasting. Bij de herhalingsmethode moet de hartslag dalen tot onder de 100 slagen per minuut.
De herhalingsmethode verschilt van de intervalmethode door de aard van de rust. De intervalmethode voorziet in een lonende rust waarbij slechts 50% van het herstel wordt bereikt. Het verschil kan echter alleen theoretisch exact worden bepaald. In de trainingspraktijk zijn de overgangen vloeiend, daarom wordt er soms geen onderscheid gemaakt tussen interval- en herhalingsmethoden.
Aangezien bij de herhalingsmethode de nadruk ligt op volledig herstel tijdens de pauzes, kan hier een bijzonder hoge kwaliteit van de oefeningen worden gewaarborgd; alle herhalingen kunnen volgens plan worden afgewerkt. Intervallen met korte rustpauzes kunnen dit niet altijd bieden, zodat de laatste intervallen niet met de juiste intensiteit, over de geplande lengte of helemaal niet worden voltooid.