Opleiding in blokvorm

Bloktraining is een trainingsmethode die zich per trainingssessie richt op de ontwikkeling van één enkele vaardigheid van de sporter. Daartoe wordt getracht de eenheden qua inhoud en methodologie van elkaar te onderscheiden.

Training in blokvorm wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt in de basistraining van duursporters. Voor wielrenners, langlaufers en in tal van andere disciplines is de training van het basisuithoudingsvermogen een belangrijke stap in de voorbereiding op het seizoen en helpt bij de ontwikkeling van de anaerobe drempel en de maximale zuurstofopname. Deze factoren beperken de prestaties van de sporter op korte, middellange en lange termijn en vormen daarom vaak de kern van de training.

Bij de klassieke blokvorm kan de lengte van de afzonderlijke trainingsonderdelen variëren. De lengte van een trainingsblok ligt in dit geval tussen 2 en 5 dagen. Een driedaags trainingsblok zou er zo uit kunnen zien.

ControleparametersDag 1Dag 2Dag 3Dag 4
Volume4 uur4 uur5 uur5 uur
OpleidingsgebiedGA1GA1GA1GA1
IntensiteitLaagLaagLaagLaag
Kilometer120km120km150km150km
Training Stress Score169 TSS169 TSS192 TSS192 TSS
Intensiteitsfactor0,650,650,620,62
De duur van de afzonderlijke eenheden zorgt voor een oplopende belasting in deze blokvorm

Professionele ploegen en nationale wielerbonden maken al jaren gebruik van de blokformules van drie en vier dagen voor de voorbereiding van het seizoen. Een enkel trainingsblok had een licht stijgende belasting, aangezien het volume van dag tot dag werd opgevoerd. Na elk blok volgt een actieve rustdag of een volledige rustdag voor herstel. Team Telekom, bijvoorbeeld, reed een 200km, 200km, 250km blokvorm in training op Mallorca. De actieve rustdag omvatte in dit geval een KB-eenheid met 50-100 km.

Nieuw onderzoek ondersteunt ook het gebruik van omgekeerde belastingscontrole bij bloktraining. Dit betekent voor de basistraining dat de langste dag eerst komt en gevolgd wordt door twee of drie dagen met een iets lager volume. Voor een goed getrainde amateur, zou het er zo uit kunnen zien.

ControleparametersDag 1Dag 2Dag 3
Volume5 uur3 uur3 uur
OpleidingsgebiedGA1GA1GA1
IntensiteitLaagLaagLaag
Kilometer135km80km80km
Training Stress Score200 TSS110 TSS110 TSS
Intensiteitsfactor0,630,600,60
Het aantal kilometers per eenheid is uiteraard afhankelijk van de gemiddelde snelheid, de conditie en het profiel van het parcours. In een trainingsgroep met 3-4 renners, rijd je meestal meteen sneller.

Het belangrijkste verschil tussen oplopende en aflopende volumeregeling is de voorvermoeidheid tijdens de training. De amateur begint goed uitgerust aan de lange trainingssessie (5 uur GA1). De daaropvolgende sessies vullen de trainingsprikkel aan zonder de atleet na de eerste dag te overbelasten.

De prof daarentegen bouwt reeds in de eerste dagen een doelgerichte voorvermoeidheid op, om vervolgens in de lange trainingseenheden een nog hogere trainingsprikkel te bereiken.

Vooral bij trainingen in blokvorm buiten het basisuithoudingsvermogen, bijvoorbeeld bij intensieve trainingsvormen zoals K3-training of HIT-intervallen, moet erop worden gelet dat de belasting in aflopende volgorde wordt gepland. Concreet betekent dit dat de intensieve training (K3 / HIT) op de eerste dag plaatsvindt, in een uitgeruste toestand. Op die manier kan het lichaam hier optimaal presteren. Het gewenste trainingseffect is bereikt.

Deel deze post